Een kind met antennes
Sinds ik me kan herinneren, stond ik altijd klaar voor anderen. Als kleuter voelde ik feilloos aan wat anderen nodig hadden. Zonder dat iemand het me expliciet vroeg, werd ik degene die de sfeer weer in balans bracht. Thuis, met ruziënde ouders en vijf kinderen, was ik de bemiddelaar. Mijn ‘antennes’ pikten elke spanning op, en mijn brein deed de rest. Het leek vanzelfsprekend: Liesbeth loste het wel op. Want… ik kon dat toch zo goed.
Dit talent definieerde mijn leven. Als mijn zus werd gepest, sprong ik in de bres. Als een vriendin verdrietig was, bleef ik net zo lang tot ze zich beter voelde. Het voelde niet als een keuze. Het was wie ik was: de vredestichter.
Toen mijn ouders scheidden, werd mijn rol nóg groter. Ik werd hun tolk, hun spreekbuis, de brug tussen twee partijen die nauwelijks naar elkaar luisterden. Ik gaf hen inzichten in elkaars gevoelens, altijd met de hoop op vrede. Maar niemand zag hoeveel energie dat mij kostte. Ikzelf al helemaal niet. Want… ik kon dat toch zo goed.
De prijs betalen van klaarstaan voor anderen
Pas toen ik 27 was, ontdekte ik dat ik óók behoeften had. Dat ik grenzen had, en dat mijn energie niet onuitputtelijk was. Het besef kwam hard aan. Jarenlang had ik als een hoofd op pootjes geleefd, totaal los van mijn lichaam en gevoelens. Mijn tempo was altijd “knallen” of “doorgaan”. Totdat mijn lichaam zei: stop.
De crash kwam onverbiddelijk. Mentaal, fysiek, alles viel stil. Mijn batterij was leeg en zelfs een beetje kapot. Ik moest leren luisteren naar mezelf – naar dat vreemde concept dat ‘grenzen’ heet. Het was alsof ik een nieuwe taal moest leren. Hoe voelde ik eigenlijk wat míjn behoeften waren, als mijn aandacht nog steeds gericht was op anderen?
Langzaam begon ik te oefenen. Oefenen in nee zeggen. In dingen uitstellen. In voelen – écht voelen – wat ik wilde. Het ging met vallen en opstaan. Vaak deed ik nog steeds teveel, ondanks de koppijn en vermoeidheid. Maar stap voor stap begon ik te leren: ik hoef niets te bewijzen. Mijn waarde hangt niet af van hoe goed ik anderen help.
Vandaag weet ik dat mijn grenzen voelen en respecteren geen luxe is, maar een noodzaak. Een gezonde basis voor de relatie met mezelf. Telkens ik mijn behoeften negeer om een ander te pleasen, krijg ik die bal keihard in mijn gezicht terug. Dan komt er een weerbots en moet ik iets anders – leuks – voor mezelf afzeggen.
Hoogsensitiviteit inzetten als kracht
Het heeft me jaren gekost om te begrijpen waar mijn rol als vredesstichter écht vandaan komt. Het vermogen om emoties en spanningen zo scherp aan te voelen, blijkt te wortelen in mijn hoogsensitiviteit. Mijn antennes, die ik jarenlang onbewust gebruikte, zijn geen last – ze zijn een gave. Maar alleen wanneer ik ze bewust en met aandacht inzet.
Ik heb geleerd dat mijn talent niet bedoeld is om onbegrensd en ten koste van mezelf in te zetten. Het is waardevol omdat ik het met intentie kan gebruiken: op momenten dat ik er de energie voor heb en wanneer het past. Door bewust te kiezen wanneer ik dit talent inzet, kan ik mijn hoogsensitiviteit omarmen als een kracht in plaats van een valkuil.
Tegenwoordig weet ik dat ik niet overal verantwoordelijk voor ben. Ik ben geen vredestichter omdat ik moet, maar omdat ik dat kán – als ik ervoor kies. Dit inzicht heeft me veel vrijheid gegeven. Mijn hoogsensitiviteit is geen zwakte, maar een unieke kracht, zolang ik er bewust mee omga.
Zet jij ook graag je HSP eigenschap in als kracht?
Wil jij ook graag leren nee zeggen zonder schuldgevoel?